De slag om de wereldorde

Ik schrijf een verhaal over onderstaande stelling: Wat mij zo opvalt de laatste tijd is, dat Mister Poetin met zijn reacties op wat het Westen doet en zegt, de wereld aan het veranderen is, en daardoor andere belangrijke dictators in de wereld vertelt door zijn gedrag hoe zij naar het Westen zich moeten opstellen. En ziedaar het Westen kruipt in haar schulp net zoals een egel die wel stekels heeft maar te angstig is en dan wegkruipt in zichzelf om niet tegen de dictator te hoeven optreden, en wie het ook is, ook niet in woord en daad.

De slag om de wereldorde, Poetin, het westen en de nieuwe dictators.

In het geopolitieke schaakspel dat de wereldpolitiek kenmerkt, spelen grote leiders een spel van macht, invloed en strategie. Gedurende het laatste decennium is er een naam die er uitspringt bij elke verschuiving op het wereldtoneel en die bij mij een oprisping geeft als ik eraan denk en dat is Vladimir Poetin de dictator van Rusland. Hij is de man die niet alleen Rusland bestuurt met een ijzeren vuist zolang het kan, maar ook de wereld opschudt met zijn gedurfde acties en uitgesproken verzet tegen westerse dominantie zoals hij dat ziet. De stelling dat Poetin met zijn reacties op het Westen de wereld aan het veranderen is en daarbij een blauwdruk biedt aan andere dictators over de manier hoe zij zich kunnen opstellen, lijkt een kern van de waarheid. Wat ik waarneem, is niet zomaar een leider die handelt in het belang van zijn land, het is een leider die bewust een nieuwe wereldorde probeert te smeden en Rusland de grandeur van vroeger wil teruggeven.

Wat deze dynamiek echter nog opmerkelijker maakt, is de wijze waarop het Westen – met zijn democratische idealen en economische kracht – reageert op deze machtsverschuiving. Terwijl Poetin en dergelijke autoritaire leiders in de wereld de grenzen van hun macht verder oprekken, lijkt het Westen steeds meer terug te deinzen, net eender te vergelijken zoals een egel die zijn stekels wel steeds opzet, maar zich uiteindelijk terugtrekt in zijn rol van angst en maar blijft twijfelen in zijn eigen rol.

Vladimir Poetin is de architect van een nieuw sjabloon voor autoritair leiderschap en hij heeft zichzelf gepositioneerd als een onmisbare speler op dat wereldtoneel. Zijn achtergrond bij de KGB, zijn lange tijd aan de macht en zijn macht om verschillende crises in zijn voordeel te overwinnen, hebben hem een ​​icoon van autoritair leiderschap gemaakt. Hij is de belichaming van een leider die zich weinig aantrekt van internationale normen, van verdragen om wat vast te leggen is als het ‘morele kompas’ van de internationale gemeenschap, dat kompas in lijn brengen is bij hem niet mogelijk.

Maar Poetin is niet alleen een belangrijke figuur die zijn eigen gang gaat, hij dient als een model voor andere dictators en autoritaire leiders die worstelen met hun relatie met het Westen. Poetin laat zien dat het mogelijk is om openlijk de confrontatie met de Westerse machten aan te gaan, zonder direct te worden afgestraft. Zijn acties in Oekraïne, Syrië en Afrika hebben laten zien dat hij niet bang is om de grenzen van de internationale wetgeving te tarten, en bereid is om veranderingen aan te brengen om zijn invloedssfeer te behouden en zelfs uit te breiden. Poetin reageert op het nieuws als Amerika en Engeland gaan overleggen om lange afstand wapens in te zetten op het grondgebied van Rusland. Er komt geen besluit en ik denk dat men geschrokken is van de uitspraken van Poetin. En zo gaat het steeds over en weer en de Westerse egel die zich maar blijft oprollen en wegkruipt.

Autoritaire leiders zoals Bashar al-Assad in Syrië, Alexander Loekasjenko in Wit-Rusland en zelfs Kim Jong-un in Noord-Korea zien Poetin als een lichtend voorbeeld. Kim Jong-un in Noord-Korea bekijkt een uraniumverrijkingsfabriek op een onbekende locatie. Hij zal er zeker op uit zijn om uiteindelijk ook een kernbom te maken en daar het westen mee zal bedreigen. De impliciete boodschap is dat Westerse sancties, diplomatieke uitsluitingen en publieke verontwaardiging geen onoverkomelijke hindernissen zijn. Poetin leert hun dat het mogelijk is om door harde onderdrukking van krachtige oppositie en agressieve geopolitieke manoeuvres de macht te behouden, zelfs als de internationale gemeenschap het tegendeel verwacht of opeist.

Het Westen, en met name Europa en de Verenigde Staten samen, staan ​​bekend om hun sterke democratische tradities, mensenrechtenstandaarden en economische sanctiemechanismen om ongewenst gedrag op het wereldtoneel te straffen. Maar als we naar de geopolitieke werkelijkheid van vandaag kijken, rijst de vraag bij mij op of het Westen feitelijk zijn idealen verdedigt, of dat het zich terugtrekt in een defensieve houding, vergelijkbaar met die Westerse egel die zichzelf oprolt bij het naderen van het gevaar.

De gebeurtenissen in Oekraïne zijn wellicht het duidelijkste voorbeeld van deze dynamiek. Sinds de annexatie van de Krim in 2014 en de exclusieve Russische betrokkenheid bij het conflict in Oost-Oekraïne, heeft het Westen talloze sancties opgelegd aan Rusland. Er zijn resoluties aangenomen, diplomatieke middelen geïmplementeerd en economische maatregelen getroffen. Toch lijkt Rusland onverschrokken door te gaan met zijn agressief buitenlands beleid. Poetin en zijn kliek heeft in veel gevallen laten zien dat zij immuun zijn voor de westerse poging om hun economisch en diplomatiek te isoleren. En hoewel het Westen sancties oplegt en scherpe woorden gebruikt, blijft het daadwerkelijk optreden in de vorm van militaire betrokkenheid en van harde economische strafmaatregelen uit.

Het probleem is dat het Westen – en dan met de naam Europa – niet bereid lijkt te zijn om verregaande verandering aan te brengen in zijn confrontatie met Rusland. Er is een duurzame angst voor escalatie, zowel economisch als militair. Rusland is een kernmacht en speelt een cruciale rol in de wereldwijde energiemarkt, vooral voor Europa. Het gevolg is een paradox en hoewel het Westen in theorie een enorm potentieel heeft om een ​​autoritair regime als dat van Poetin onder druk te zetten, is het in de praktijk vaak terughoudend, angstig en bezorgd over de gevolgen van zijn eigen acties lijkt het.

Dit terugdeinzen is niet onopgemerkt gebleven bij andere autoritaire leiders. Zij zien ook dat het Westen felle kritiek levert, maar vaak niet bereid is om echt door te pakken. Dit is een onmogelijke sfeer van straffeloosheid, waarbij dictaturen zich vrij voelen om hun eigen volk te onderdrukken of agressief te handelen tegen andere staten, zonder schadelijke gevolgen te veroorzaken. De houding naar het Westen en het idee dat zij de Westerse liberale democratieën kunnen uitdagen zonder dat ze feitelijk worden bestraft is opmerkelijk te noemen.

Wat ik op dit moment zie, is de verschuiving van een door het Westen geleide wereldorde naar landen met gelijke macht in de wereld, waarin regionale machten en autoritaire regimes een steeds grotere rol spelen. Poetins Rusland en zijn kliek in het Kremlin zijn hierin een belangrijke speler, maar zij zijn zeker niet de enige. China, onder leiding van Xi Jinping, is bezig met zijn eigen geopolitieke expansie, zowel economisch (denk aan de Nieuwe Zijderoute) als militair. Turkije, onder leiding van Erdogan, beweegt zich gelijk in een autoritairdere richting en heeft zich regelmatig onafhankelijk opgesteld van westerse belangen, met naam in conflicten zoals die in Syrië. Zo zijn er nog wel meer van deze leiders op een rijtje te zetten.

Wat deze leiders gemeen hebben, is dat ze zich, net als Poetin, steeds minder aangetrokken voelen van wat het Westen van hen denkt en verwacht. Ze maken gebruik van de verdeeldheid en de relatieve zwakte van westerse staten, die vaak verlamd zijn door interne politieke verdeeldheid en economisch gemotiveerd.

Een belangrijk aspect van deze verschuiving is dat de internationale arena steeds minder wordt geregeerd door normen en waarden, en steeds meer door een puur machtsspel. Poetin begrijpt dit als geen ander. Zijn gedrag is vaak cynisch, maar effectief. Hij maakt gebruik van de zwakheden van de internationale gemeenschap en gebruikt diplomatieke en militaire middelen om zijn eigen doelen te bereiken, terwijl hij de grenzen van wat aanvaardbaar is steeds verder oprekt.

Is het louter een kwestie van geopolitieke realiteit, of speelt er iets diepers? Het lijkt erop dat er in de Westerse cultuur een diepgewortelde angst is voor escalatie, vooral na de traumatische ervaringen van de twintigste eeuw, met twee wereldoorlogen en de Koude Oorlog als belangrijkste wonden. Het Westen is beducht voor militaire confrontaties die tot nog meer ellende en vernietiging kunnen leiden. Deze angst voor conflict is in wezen een positief kenmerk en het heeft de wereld immers decennialang behoed voor industriële oorlogen.

Maar deze angst kan ook verlammen. Het Westen lijkt soms zo bang voor escalatie dat het ervoor kiest om niet in te grijpen, zelfs als dit betekent dat basiswaarden geschonden worden. Poetin, en met hem andere autoritaire leiders, hebben dit duidelijk gevoeld. Door te spelen op de Westerse angst voor militaire confrontatie, o.a. kernwapens en economische instabiliteit, kan hij zijn eigen gang gaan zonder al te veel repercussies. Het Westen lijkt eerder gericht op stabiliteit en status quo, zelfs als dit betekent dat er onrecht in de wereld blijft bestaan.

Toch moet het Westen niet worden afgeschreven. Hoewel Poetin en andere dictators voorlopig succes lijken te hebben met hun tactieken, is de situatie nog niet definitief. Het Westen heeft in het verleden al vaker zijn weerbaarheid aangetoond. Tijdens de Koude Oorlog leek de Sovjet-Unie lange tijd aan de winnende hand, maar uiteindelijk stortte het communistische regime onder de druk van zowel interne als externe factoren in elkaar.

De uitdaging voor het Westen ligt nu in het herdefiniëren van zijn rol in een veranderende wereld. Democratische samenlevingen hebben de neiging om te reageren op autoritaire regimes, omdat ze gebonden zijn aan een breder scala van theorieën, politieke processen en juridische normen. Maar deze traagheid kan ook een bron van kracht zijn, het geeft aan dat uiteindelijk deze wordt genomen, breed gedragen worden en duurzaam zijn.

De vraag is of het Westen bereid is om zijn idealen opnieuw centraal te stellen en, indien nodig, offers te brengen om die idealen te verdedigen. Dit vereist niet alleen economische of militaire middelen, maar ook morele kleurrijke en politieke moed. Het is aan de leiders van vandaag om te beslissen of zij bereid zijn om op te staan ​​tegen autoritaire regimes zoals die van Poetin, of dat ze blijven terugdeinzen zoals een egel die zijn stekels opzet, maar uiteindelijk wegrolt onder het blad uit angst voor de confrontatie. Normen en waarden van Westerse landen staat steeds hoog in het vaandel geschreven en mensenlevens zijn meer waard dan de opgeslagen munitie. In landen met deze omschreven dictatuur zoals in Rusland daar heeft een mensenleven een andere betekenis.

De wereldorde is aan het veranderen, en Poetin speelt een hoofdrol. Zijn confrontaties met het Westen biedt een blauwdruk voor andere dictators, het gedrag laat zien als een les in hoe zij hun eigen positie kunnen versterken zonder al te veel gevolgen te veroorzaken. Het Westen, met zijn immense economische en militaire macht, heeft zichzelf vaak in een defensieve positie gemanoeuvreerd, gedreven door angst voor escalatie en interne verdeeldheid.

Maar deze situatie is niet onomkeerbaar. Het Westen heeft de middelen en de waarden om op te staan ​​tegen autoritarisme, maar het moet bereid zijn om de prijs te betalen voordat hij, de dictator gaat bepalen. De jaren die gaan komen zullen definitief bepalen of het Westen blijft schuilen als een egel, of dat het zichzelf herontdekt als de leeuw die het ooit was, een kracht die niet alleen zijn eigen belangen verdedigt en haar mensen beschermt, maar ook de idealen zijn van deze vrijheid, democratie en rechtvaardigheid en deze wereldwijd uitdraagt. *JGJCVA13092024*deslagomdewereldorde*